door Joke Boon
‘Peulvruchten geven de bodem iets terug in plaats van dat ze wat nemen.’ Martin Jonas
Je hoort en leest de term steeds vaker: duurzaam. Ook met betrekking tot eten valt deze term met grote regelmaat. Maar wat is dat nu precies duurzaam?
Iemand die zich al geruime tijd bezighoudt met duurzaamheid in relatie tot eten is Sandra van Kampen. Zij begeleidt als zelfstandige (De Schaal van Kampen) professionals in het proces van voedseltransitie. ‘Duurzaam eten is een containerbegrip. Vanuit het perspectief van consumenten is het belangrijk om minder dierlijke en meer plantaardige eiwitten te eten en geen eten te verspillen. Ook het eten van groenten uit het seizoen draagt bij aan duurzaamheid. Natuurlijk ligt de omslag naar een andere manier van eten voor een groot deel in
handen van de consument. Maar niet alleen; ook boeren en producenten moeten het belang in gaan zien. Boeren bijvoorbeeld door met hun teelt daarop in te springen, winkels door het product in de schappen te leggen. De hele markt moet in beweging komen om de transitie, dus overgang in beweging te zetten’.
Minder vlees
In 2015 won Stichting Urgenda het proces tegen de Nederlandse staat, die daarbij werd gemaand om op te schieten met het nemen van maatregelen om de uitstoot van broeikasgas te beperken. Van de maatregelen die Nederland zou kunnen nemen om de beoogde reductie van 25% in 2020 te halen, is naast een herinvoering van een kolentaks en het stimuleren van zuinige auto’s, een vermindering van de veestapel. Vlees eten is belastend voor het klimaat. Koeien produceren veel methaan en dat is een zeer krachtig broeigas. Maar als met die reductie Nederlanders niet tegelijk ook vaker vegetarisch gaan eten, dan wordt het vlees uit het buitenland geïmporteerd en gaat het klimaat er alleen maar op achteruit, omdat de Nederlandse landbouw al relatief klimaatefficiënt is.
Marjan Minnesma is directeur van de Stichting Urgenda ik vroeg haar of we de beoogde reductie van 25% in 2020 ook gaan halen? Volgens Minnesma zou er dan nog wel veel moeten gebeuren: iedereen zal zich meer in moeten zetten om dit doel te behalen. En de burger kan daarbij echt verschil maken. Een derde van alle uitstoot ligt in zijn invloedsfeer namelijk door zijn gedrag mbt huis, auto en eten. Veel mensen kennen de cijfers niet waar het gaat om de verschillen in milieubelasting tussen vlees en planten.’
De rol van peulvruchten
Volgens Marjan Minnesma zijn peulvruchten een belangrijk element van een nieuw dieet waarbij we steeds meer van dierlijke eiwitten naar plantaardige eiwitten gaan. Vrijwel alle vleesvervangers zijn van peulvruchten gemaakt. Peulvruchten zijn weinig milieubelastend, gezond, vezelrijk en dragen ook nog eens bij aan de bodemvruchtbaarheid. Het is natuurlijk bizar dat we op heel grote schaal soja telen om die aan onze beesten te voeren, terwijl soja en ook het minder bekende lupine, heel voedzaam is voor mensen. Zo gebruiken we kostbare landbouwgrond voor onze veestapel.’
Producent en duurzaamheid
Martin Jonas is als Gebr. Jonas de grootste Nederlandse importeur van gedroogde peulvruchten uit Canada, Amerika, Argentinië, Nederland en China. Hij houdt zich tweeledig met duurzaamheid bezig: in zijn bedrijf door het scheiden van alle afval, het gebruik van duurzame LED verlichting en door het product zelf. ‘Peulvruchten zijn van zichzelf heel duurzaam, voor 1 kilo vlees is ruim 15.000 liter water nodig voor 1 kilo peulvruchten slechts 400. Plantaardig eten is sowieso goed maar niet alle planten kunnen vleeseiwit vervangen, peulvruchten kunnen dat wel.’
Van Kampen ‘Peulvruchten eten levert echt een belangrijke bijdrage aan een duurzaam voedselsysteem. We zouden toe moeten naar zo’n twee à drie keer per week peulvruchten op het menu. Maar dan wel het vlees en de zuivel laten staan, anders ben je eiwitten met eiwitten aan het combineren. Mensen denken zo snel dat hun bijdrage een druppel op een gloeiende plaat is. We moeten onze ogen openen en ons beseffen dat onze voedselzekerheid in gevaar komt als we het roer niet radicaal omgooien. De aarde raakt uitgeput door onze manier van landbouw plegen. Consumenten zijn een heel machtige schakel in de keten en kunnen, juist door de optelsom van al die individuele keuzes, zaken heel snel in beweging krijgen. In het geval van de stijging van de consumptie van peulvruchten het afgelopen jaar, is dit de optelsom van partijen die iets zijn gaan doen. Bij consumenten is er meer aandacht voor gezondheid dan voor duurzaamheid. Alleen op het gebied van vlees is er wel aandacht voor het milieu en de planeet. Men ziet het belang in om twee of drie keer per week een andere vorm van eiwit te eten.’ Martin Jonas: Waar veel mensen niet bij stilstaan is dat kaas ook voor veel CO2 uitstoot zorgt.
Ruimte voor de peulvrucht
En daar komt volgens van Kampen de peulvrucht dan om de hoek kijken. Van belang in dit geval is dat als we minder vlees gaan eten en meer peulvruchten dat de productontwikkeling hier niet bij achter blijft. Gelukkig is dat proces al volop gaande’.
Volgens Jonas groeit het biologische aandeel van peulvruchten, zij het langzaam: 5% van de gedroogde peulvruchten is biologisch. Scandinavië en Duitsland zijn wat dat betreft voor- en koplopers. Ik denk dat voor de consument duurzaam minder een rol speelt dan hip en hype waar het peulvruchten betreft. Plantaardig voedsel is hip en daar spelen marketing en reclame een rol in. Veel consumenten beseffen (nog) niet hoe milieuvriendelijk de peulvrucht is. De peulvrucht is daarnaast goedkoop, lang houdbaar en eiwitrijk. Er is hoop; we zijn meer peulvruchten gaan eten. Er is beslist sprake van een omslag. Peulvruchten hadden natuurlijk een slecht imago en komen uit een diep dal. Vorig jaar is de omzet van gedroogde peulvruchten echter met 6-8% gestegen en de conserven zelfs met 12%. Ik zie de toekomst positief tegemoet omdat er naast de vleesvervangers op basis van peulvruchten een hele range producten op basis van peulvruchten gaat komen. En dat is precies wat nodig is; dat we laten zien hoe lekker peulvruchten zijn en wat je er allemaal mee kunt.’
http://www.deschaalvankampen.nl/
Joke Boon