Wie een kijkje in mijn voorraadkast neemt ziet daar een verzameling glazen potten en zakjes, allemaal gevuld met peulvruchten. In alle soorten, maten en kleuren. Mijn grote liefde voor peulvruchten maakt mij tot een verzamelaar. Dat verzamelen van bonen kan ook op een geheel andere manier. Dat besefte ik toen ik in Veenhuizen (Drenthe) met Jannes Aalders en Lambert Sijens aan de koffie zat. In 2007 heeft Lambert samen met Jolanda Loonstra de Tuinen van Weldadigheid opgezet. Op een bijzondere historische plaats; wie het Pauperparadijs (Suzanna Jansen) heeft gelezen weet dat Veenhuizen een voormalig bedelaarsgesticht huisvestte. In de prachtig aangelegde tuinen bij de monumentale boerderij worden bijzondere producten geteeld. Vergeten of nog niet ontdekte soorten kruiden, fruit, groenten, bloemen en bonen.
Jannes en Lambert, die elkaar op de Rijks Hogere Landbouw School leerden kennen, verzamelen bijzondere en oude bijna vergeten rassen van groente, fruit en bonen. Ze doen dit vanuit de passie om dat wat bijna verloren gaat te behouden. Deze oude rassen kweken ze op biologische wijze op, om deze vervolgens als zaai- en pootgoed te verkopen. Via internetwinkels, markten en binnenkort op hun eigen website. Dit alles vooral voor hobbyboeren en moestuinierders die iets bijzonders zoeken. En bijzondere bonen die hebben ze hier; de gezamenlijke collectie bonen bestaat uit circa 400 verschillende variëteiten, schat Jannes. De meeste van de gewone boon (Phaseolus vulgaris) droogboon, sperzieboon, snijboon maar ook van de pronkboon (Phaseolus coccineus), de tuinboon (Vicia faba) Heb je ooit van het tinboontje, het rijstboontje, yin-yang boontje, patrijzenoogje, het Blokkerder boontje of het Walchers bruine kogelboontje gehoord? Hier hebben ze die. De bonen hebben een eigen veldje waar zeker 75 verschillende soorten staan. Elders in de tuin komen we op verschillende plaatsen nog meer bonen tegen. Allemaal met een naambordje zodat straks na het oogsten en drogen, de juiste soort in het zakje komt. Zo’n zakje bevat ongeveer 40 bonen. Hoeveel bonen krijg je daarvan? Omdat ik vooral in recepten denk wil ik weten voor hoeveel personen zo’n zakje is. Maar dat is niet zo eenvoudig. ‘Een zakje sperziebonen daar krijg je kilo’s van. Een zakje rijstboontjes, kleine rijstkorrelvormige boontjes levert misschien een handvol boontjes op, van Boerentenen heb je snel een kilo’ kilo’, aldus Lambert. ‘Elke boon die je zaait levert een plant en die draagt weer peulen waarin de boontjes zitten. Hoeveel dat is hangt van veel omstandigheden en het ras af.’
Kriebelt het niet om die boontjes al die bijzondere soorten te proeven? Ik ben benieuwd naar hoe ze smaken als ik de verhalen hoor. Het streven is wel om elk ras te proeven, maar in de praktijk komen we er vaak niet aan toe omdat we van de verschillende rassen vaak zo weinig zaden hebben, dat we ze niet kunnen eten. Dan zou het ras meteen weer verloren zijn. ‘Maar het rijstboontje heb ik eens geprobeerd’ zegt Jannes, ‘en die was heerlijk; mooie kruidige geur, stevige bite en een romige kern. Wij vinden het leuk om die soorten op te kweken, ik ben gefascineerd door de bijzondere kleuren, tekeningen en vormen van de zaden. Bij pronkbonen vind ik de relatie tussen zaad- en bloemkleur interessant. Om overal op zoek te gaan naar bijzondere soorten die ik nog niet ken. Bijvoorbeeld ‘succotash’ met zaden die lijken op maïskorrels of ‘tarahumara tekomari’ met zaden die lijken op kiezelstenen. Vaak vertellen bonen ook ene verhaal zoals bij de ‘Cherokee trail of tears’. Zaden van deze boon werden door de Cherokee meegenomen toen ze werden verbannen naar een reservaat. Tijdens de barre tocht stierven er onderweg duizenden mensen.’
Jannes is de verzamelaar van de twee; zo is hij lid van de ‘Bohnen-Atlas’ een Duits bonennetwerk met leden over de hele wereld. Hier doneren de leden bijzondere soorten en krijgen zij er andere voor terug, een soort ruilbeurs systeem genaamd ‘Bohnenschatkiste’. ‘Ik vind het leuk om ze te verzamelen, te vermeerderen en te ruilen’, zegt hij. Opeens zie ik de link met mijn vader, die verzamelde postzegels en die plakte hij ook niet op een ansichtkaart.
De soorten die ze inmiddels verzameld hebben, noemen ze liefdevol “de collectie”. Inmiddels houden ze op de Tuinen de grootste collectie bijzondere eetbare gewassen van Nederland in stand. Lambert: ‘Van onze collectie bonen wordt een duplicaat bewaard in Meise nabij Brussel door een Belgisch verzamelaar. Die bewaart van elke soort een aantal, goed verpakt in de diepvries. Daarin blijft, mits goed verpakt, de kiemkracht eeuwig bewaard. Een soort privé genenbank van onze collectie bonensoorten. Dat is het principe van een zaadbank.’
Overal ter wereld worden zaden opgeslagen van gewassen om ze te bewaren, zodat ze niet verloren gaan. In Spitsbergen is sinds twintig jaar de wereldwijde zadenbank. ‘Maar of al die zaden nog even goed ontkiemen is de vraag’, zegt Lambert. ‘Hoe de zaden behandeld worden is van groot belang voor hun houdbaarheid. Je kunt je voorstellen dat de condities in bijvoorbeeld Oezbekistan anders zijn dan bij ons in Nederland. Dat is allemaal van invloed op het behoud van de kiemkracht.’
Om nog even terug te komen op mijn vraag hoe ze smaken en of het niet kriebelt om de geoogste boontjes in de pan te doen zeggen ze het volgende: ‘Als je een kilo boontjes oogst van een soort die je hebt opgekweekt, en je eet ze op dan ben je ze bijna allemaal weer kwijt. Als je daarentegen die boontjes allemaal in zakjes verpakt en verkoopt, levert diezelfde kilo misschien wel tachtig euro op.’
Het eten van de bonen daar is het de heren ook niet om te doen, dat is me duidelijk geworden. Maar eten ze zelf veel bonen? ‘In de winter eten we af en toe droogbonen maar vooral zomers eten we veel sperziebonen, de gewone groene’ zegt lambert. Jannes de verzamelaar met een eigen moestuin, teelt gevlekte, blauwe en gele spekbonen. En ook elk jaar pronkbonen, ‘dit jaar paars-peulige.’
En daarmee zie ik dat er verschillende soorten verzamelaars bestaan. U en ik kunnen genieten van bijzondere soorten dankzij deze verzamelaars, die in stand houden wat anders verloren zou gaan.
Wie volgend jaar – bonen leg je vanaf mei – zelf aan de slag wil om een bijzondere soort te telen, kan vanaf het eind van dit jaar zaad bestellen via de website van de Tuinen van Weldadigheid.
Wie de Tuinen van Weldadigheid met eigen ogen wil zien, dat kan ook: zie www.detuinenvanweldadigheid.nl
Voor de Bohnen-Atlas: www.bohnen-atlas.de