Wanneer ik een zakje bruinen bonen uit het schap van de supermarkt pak, vraag ik me weleens af hoe deze bonen worden geteeld. Om antwoord te krijgen op deze vraag ging ik op bezoek bij Marijn Uitdewilligen. Landbouwer en bonenboer op de grens van Zeeland en België.
Het is 16 mei. Op de dag van mijn bezoek schijnt de zon uitbundig en blijft naar verwachting ook morgen nog fel schijnen. Dit maakt van vandaag de perfecte dag om de bonenzaden over het land te verspreiden. Een grote stofwolk verraad precies waar het zaaien plaatsvindt en parkeer m’n auto aan de rand van het enorme veld. Tijd om kennis te maken.
Marijn stopt met zaaien en nodigt me uit een stukje mee te rijden in zijn moderne tractor. Eenmaal plaatsgenomen in de aircogekoelde cabine vertelt hij hoe het zaaien in z’n werk gaat.
‘Na een aantal weken met nog vrij koude nachten, is de grond vandaag eindelijk warm genoeg om bruine bonen te zaaien’, legt Marijn uit. ‘De temperatuur van de grond is belangrijk, omdat het bonenzaad meteen door moet kunnen groeien. Te koude grond vergt te veel energie van het zaad aan het begin van de groei. Eigenlijk zijn we nog net een paar dagen te vroeg, want een oude spreuk zegt ons dat de boon de meimaand nog niet mag zien. Na tien dagen laten de eerste kopjes zich al zien. Maar met dit warme weer en af en toe een buitje leek me vandaag toch een goede dag om te zaaien’.
‘Sinds 2013 kunnen we precisiezaaien met GPS. Dat scheelt veel tijd en is ook minder vermoeiend voor degene die de tractor bestuurd. De ingevoerde GPS route houdt de tractor precies in het juiste spoor en ik kan ondertussen m’n mail checken’, grapt Marijn. ‘De grond wordt bovendien ook nog eens minder belast, omdat we ieder jaar dezelfde paden gebruiken om op te rijden’.
Vooraan de tractor breekt een machine de harde kleikluiten tot fijne grond en zorgt deze voor een gladde zaaiklare voedingsbodem. Achterop de tractor hangen acht bakjes zaad op een vijvendertig jaar oude zaaimachine. ‘Deze antieke machine, die mijn vader ook al gebruikte, zaait in acht rijtjes op 37,5 cm rijafstand van elkaar. Hiermee combineer ik de precisie van zowel de moderne technologie als de oude landbouwmachinerie’.
Wanneer ik Marijn zo te werk ziet gaan, vraag ik me af hoeveel zaden over het land worden verspreid. ‘Ik gebruik zo’n 125 kg zaad op een hectare landbouwgrond’. Met drie hectare komt dat dit jaar dus neer op 375 kg!
Tijdens het bijvullen van de bakjes achterop de zaaimachine, merk ik op dat de zaden niet donkerbruin zijn, maar witgestippeld. ‘Om te voorkomen dat de bonenplant wordt aangetast door de bonenvlieg laten we het zaad van tevoren bewerken met een zaadcoating’, vertelt Marijn verder. ‘Als we dit niet zouden doen, heeft de larve van de vlieg kans om gangen te boren in de kiemende zaden. Daardoor staat de ontwikkeling van de plant stil en rotten de kiemplanten weg. Ook vreten zij de groeipunten uit de kiemplantjes, waardoor verdere groei niet meer mogelijk is’.
Mijn laatste vraag gaat over de kwaliteit van de grond en de invloed op de groei. ‘De boon doet het altijd wel goed, maar toch telen we elk jaar wat anders op dit stuk grond. Bepaalde ziektes geef je daarmee minder kans om zich sterk te ontwikkelen en je voorkomt dat de grond uitput. Vorig jaar verbouwden we hier nog aardappelen. Beter was geweest dat we dan dit jaar graan zouden verbouwen en volgend jaar bonen, want granen hebben minder grondbewerking nodig tijdens het oogsten. Het gewas dat daarna wordt gezaaid, groeit gemakkelijker. Maar omdat er dit jaar meer vraag naar bonen is, hebben we anders besloten. De boon zal dit jaar daarom naar verwachting iets minder snel groeien dan andere jaren.
Ik ben benieuwd. In juli ga ik kijken hoe het er voor staat met de groei. Houdt onze Facebookpagina en website in de gaten.